
Hier staan de foto’s die ik de afgelopen 2 maanden gemaakt heb van de opgroeiende ooievaars en hun ouders in het Schaffelaarsebos. Je kunt, als het jong groter word, hem herkennen aan zijn donkere snavel, volwassen ooievaars hebben orange snavels en poten.
4 juni waren er 3 jongen, na ongeveer 14 dagen nog 2 en na een maand was er nog 1 jonge ooievaar over. Deze is 26 juli voor het eerst uitgevlogen. De nacht brengt het jong nog door op het nest. Binnenkort zal hij/zij voorgoed het nest verlaten en met een groep jonge ooievaars naar het zuiden vertrekken of hier overwinteren. Om over 3 tot 5 jaar zelf weer te gaan broeden. Voor mij was het volgen van deze mooie vogels een ware belevenis. De eerste maand werd er door de oudere dieren gewaakt en gevoed met een trouw om stil van te worden. Gemiddeld eet een jong voor dat het uitvliegt 16 kilo voedsel. Bij droog weer krijgen ze ook water, dat direct via de snavel wordt gevoerd. Het ander voedsel wordt door de ouder in het nest uitgebraakt en door het jong opgepikt. Dit voedsel bestaat uit: wormen, insecten, larven, kikkers en muizen. Verder is het een lust voor het oog hoe de oudere dieren elkaar begroeten tijdens het wisselen van de wacht, hier kunnen wij mensen nog wat van leren.
Er moet veel gebeuren voordat een jong kan uitvliegen zo begint het oefenen van de vleugels al heel vroeg en neemt de tweede helft van de nest tijd veel energie. Het kunnen staan en zeker op 1 poot is een hele worsteling. Nadat de oudere dieren vonden dat het jong oud en sterk genoeg was kwam de begeleiding naar volwassenheid (wat hebben wij mensen dan een luizenleven). Het jong kreeg steeds minder voer en werd met behoorlijke nadruk aangemoedigd het nest te verlaten. Zo landde de oude ooievaar op het nest, maakte het jong lekker met voedsel, gaf niets en vertrok weer om beneden in het land te gaan zitten. Met de bedoeling van kom het maar halen als je honger hebt. Eerst duurde dat spelletje een half uur tot een uur, maar die tijd werd steeds langer. Het was heel spannend “komt het jong van het nest of hongert het zich zelf uit”. De grens van leven en dood is op dat moment een smal pad, ik zag het jong aftakelen. Maar uiteindelijk won de honger en de drang om te leven.
Verbazingwekkend is de vliegtechniek van het jonge dier, alsof het dit al jaren doet. Alleen het landen heeft eerst nog wat training nodig.
Het jong moet zelf ontdekken wat eetbaar is en wat niet, de oudere vogel blijven in de buurt maar doen niets meer. Het is dus even afwachten of deze jonge ooievaar het red en uitgroeit tot een volwassen ooievaar. Ik ben zeer onder de indruk gekomen van wat er allemaal voor mijn ogen (Lens) plaats vond.